Volgens een Rechtszaak (PDF), ingediend door de staat Texas samen met tien andere staten, zou Google gebruik maken van Facebook een overeenkomst hebben bereikt die het zoekmachinebedrijf toegang geeft tot de Gegevens van WhatsApp-gebruikers. In de rechtszaak staat dat Google "herhaaldelijk en schaamteloos het mededingingsrecht en de wetten inzake consumentenbescherming heeft geschonden".
Naast de huidige rechtszaak, die wordt gesteund door de staten Arkansas, Idaho, Indiana, Kentucky, Mississippi, Missouri, Noord- en Zuid-Dakota en Utah, hebben de staatsadvocaten-generaal van bijna alle Amerikaanse staten al in oktober 2020 een rechtszaak aangespannen, waarin Google wordt beschuldigd van misbruik van marktmacht. Het belangrijkste punt is de zoekvoorkeuren van het mobiele Android-besturingssysteem.
Exclusieve samenwerking tussen Google en Facebook
In de huidige rechtszaak wordt Google ervan beschuldigd een exclusieve samenwerking met Facebook aan te gaan met als doel het quasi-monopolie van de groep in stand te houden. Daartoe, volgens de verklaring van eis (pagina 57), ging Google naar verluidt een overeenkomst aan in 2015, kort nadat WhatsApp werd gekocht door Facebook, dat de groep "toegang gaf tot miljoenen end-to-end gecodeerde WhatsApp-berichten, foto's, video's en audiobestanden van Amerikanen".
Of deze beschuldiging daadwerkelijk waar is, moet in de lopende procedure worden opgehelderd. Daartoe evalueren de rechtbanken onder meer talrijke interne bedrijfsdocumenten, waarvan sommige echter in de gepubliceerde rechtszaak zijn geblindeerd.
Het is echter technisch niet mogelijk voor Google om toegang te krijgen tot de end-to-end gecodeerde communicatie. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat Google op grond van de overeenkomst slechts tot april 2016 toegang kreeg tot de WhatsApp-gegevens, omdat er voor die datum geen versleuteling bestond. Bovendien zou het mogelijk zijn dat Google nog steeds back-ups van WhatsApp-gebruikers evalueert omdat deze ongecodeerd worden opgeslagen.
Manipulatie in online reclame
Naast de beschuldiging van misbruik van gegevens wordt Google in de rechtszaak ook beschuldigd van manipulatie van online reclame. Concreet gaat het om zogenaamde header bidding, waarbij website-exploitanten hun advertentieruimte parallel op verschillende reclamemarkten kunnen aanbieden.
Volgens de rechtszaak zag Google dit als een bedreiging voor zijn bedrijfsmodel. Het bedrijf wordt er daarom van beschuldigd dat het headerbieden heeft overgenomen, maar de advertenties vervolgens zo heeft gemanipuleerd dat Google-advertenties werden gespeeld, zelfs als een concurrent een hoger bod op de advertentieruimte had uitgebracht. In een Verklaring Google heeft alle aanklachten afgewezen.